Ergens op een bebost perceel in het buitengebied bij
Doornspijk ligt Het Verborgen Verblijf. Terecht wordt dit het verborgen verblijf genoemd, want zonder
een routebeschrijving zal je het niet vinden.
Het verborgen verblijf is speciaal. Dit valt ook te
herleiden van de website. Maar voor het gevoel, de rust, ruimte, het avontuur
en ook de geur moet je het meemaken. Op het perceel staan twee kampementen op
voldoende afstand van elkaar. De kampementen bestaan uit een grote, prachtig
ingerichte safaritent, een buitenkeuken, een wastent en een wc-huisje. Verder is er op het terrein vanalles te doen/
zien/ proeven/ voelen. Je kunt gebruikmaken van de sauna (hebben wij niet
gedaan vanwege de kids). Er worden grilavonturen georganiseerd door de
gastvrouw (wij komen vast nog wel een keertje logeren J). Verder is er een speeltuin
met allerlei speelgoed, een blote voetenpad, een moestuin. En als je even
verder zoekt, kun je nog een boomhut vinden.
Na een rondleiding over het terrein en een uitleg over
het kampement, werden we alleen gelaten bij onze tent voor die week. De
volgende dag zou de gastvrouw wel even langkomen om te kijken of alles een
beetje lukt.
Of alles een beetje lukt inderdaad. Je moet namelijk veel
zelf doen. De tent heeft geen elektriciteit in de vorm van wandcontactdozen. De
safarietent, wastent en het wc-huisje zijn wel voorzien van verlichting. Deze
verlichting is aangesloten op een accu en de accu moet je zelf opladen door te
gaan fietsen. Ik heb gemerkt dat je
hierdoor wat bewuster de verlichting gaat gebruiken, helemaal als je niet heel
fanatiek bent geweest met fietsen overdag.
Om te kunnen douchen in de wastent zal je eerst warm
water moeten halen bij het stookhokke. Het volgende gaat je vast allemaal erg
primitief in de oren klinken, maar het doucht heerlijk en voor Lotte (4 jaar) was
het een groot avontuur! Het warme water haal je op met een wijnvat op een karretje.
In het stookhokke staat een pelletkachel die water tot 80 graden verwarmt en
bij het aftappen mengt dit hete water met koud water. Hierdoor wordt je wijnvat
gevuld met heerlijk warm water van ongeveer 38 graden. Dit warme water wil je
natuurlijk op de een of andere manier op
je hoofd krijgen. Bij de wastent aangekomen, steek je een slang in het wijnvat.
Je klimt (met gevaar voor eigen leven) in de wastobbe waar je het water omhoog
pompt. Vervolgens stroomt het heerlijk warme water door een emmer met gaatjes
over je hoofd. Echt waar, een emmer met gaatjes……
Lijkt je het tot nu toe leuk en romantisch, maar krijg je
je vent niet zover. Misschien kan je hem hiermee overtuigen:
Koken doe je op een buitenkeuken. Nee, niet zo een met
een grote gasfles. Maar een op hout gestookt fornuis. En je weet wat dat
betekent: vuurtje stoken!
Als het wat fris wordt in de tent of het is te koud om
buiten te koken, kan je de kachel/ fornuis aanzetten. En je raad het al. Het is
een op hout gestookte kachel: vuurtje
stoken!
Mocht dit de oerdriften onvoldoende bevredigen kan je
gebruik maken van het vuurduveltje/ tuinkacheltje: vuurtje stoken!
Bij de tent staan twee grote bakken met haardhout. Voor
ons was dit ruim voldoende voor een midweek waarbij we de kachel in de tent ook
een paar keer hebben gebruikt. Uiteraard kan je haardhout bij kopen.
Al met al hebben we genoten van het verblijf en het
kleine avontuur dat erbij hoort. Het is niet uitgesloten dat we er ooit weer
komen. Met de flesjes voor Tesse (4 maand) was het een beetje een gedoe, mede
omdat het water eerst gekookt moest worden (het water uit de kraan was
grondwater uit eigen bron. Goed drinkbaar voor ons, maar toch even koken voor
de kleine). Lotte mistte
speelkameraadjes die ze op een normale camping wel heeft, waardoor ze wat meer
moeite had zichzelf te vermaken (er was overigens voldoende speelgoed, dus als
je kids wat ouder zijn en zichzelf wat beter kunnen redden hoeven ze zich er
niet te vervelen). Met mooi weer is het
heerlijk lummelen in en om de tent. De tent, ook de wastent, kan je helemaal
openmaken. Als je geen zin hebt om boodschappen te gaan doen in het
naastgelegen Doornspijk staat er op het terrein een ‘voorraadkast’ waar je je
(biologische) boodschappen kunt doen. Je hoeft dus het terrein niet af, als je
daar geen zin in hebt.